9789033130496

en wordt het uiteindelijk het volk Israël. Dan komt er een tijd dat er richters zijn. Deze richters leiden het volk Israël. Na de tijd van de richters, volgt er een tijd dat er koningen zijn die over het volk Israël regeren. Een bekende koning is koning Salomo. In de tijd van Salomo is het volk Israël nog steeds één volk: alle twaalf stammen horen bij elkaar. Na het sterven van koning Salomo ontstaat er strijd binnen Israël. Door deze strijd ontstaan er twee rijken. Vanaf dan is er een noordelijk rijk en een zuidelijk rijk. Het noordelijk rijk wordt Israël genoemd. Het bestaat uit tien stammen en heet daarom het Tienstammenrijk. De belangrijkste stam in het Tienstam- menrijk was Efraïm. Daarom wordt op sommige plaatsen de naam Efraïm gebruikt om er het hele Tienstammenrijk mee aan te duiden. Het zuidelijk rijk wordt Juda genoemd. Het bestaat uit twee stammen en heet daarom het Tweestammenrijk. In de tijd dat er twee rijken zijn, worden de profeten door de Heere ge- roepen om tot het volk te spreken. De profeten kondigen onder andere de ballingschap aan. Het Tienstammenrijk werd in het jaar 722 voor Christus weggevoerd in ballingschap. Het Tweestammenrijk werd in de jaren 586 tot 538 voor Christus weggevoerd in ballingschap. Wat Een profeet is door de Heere geroepen en heeft twee taken: bestraffen en vertroosten. Een profeet bestraft het volk om de afgoderij en andere zonden van het volk. Hij roept het volk op om berouw te hebben over hun zonden en om zich van hun zonden te bekeren. Een profeet spreekt het oordeel over degenen die ongehoorzaam blijven. Een profeet vertroost de mensen die de Heere vrezen en uitzien naar de komst van de Heere. Verschillende profeten hebben de ballingschap, de wegvoering van het volk uit hun land Israël, voorzegd. Het volk wordt weggevoerd naar een ander land, omdat het volk ongehoorzaam blijft. De profeten hebben tot vertroosting mogen profeteren dat het volk ook weer verlost zal worden uit de ballingschap. Een aantal keer staat er in de Bijbel: ‘Een last’. Het was voor de profeten ‘een last’ om het oordeel te verkondigen. Daarmee wordt bedoeld dat zij het zelf moeilijk vonden om het oordeel te verkondigen. Het was meestal