9789033130496

De profeten Wie Een profeet is iemand die door de Heere geroepen is om tot het volk te spreken. In dit dagboek worden Bijbelgedeelten besproken van de grote en kleine profeten. De woorden ‘groot’ en ‘klein’ betekenen hier dat het gaat om grotere en kleinere Bijbelboeken, met meer en minder hoofdstukken. Er zijn vier grote profeten en twaalf kleine profeten. De vier grote profeten zijn Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël. De twaalf kleine profeten zijn: Hoséa, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Hábakuk, Zefánja, Hag- gaï, Zacharía en Maléachi. Het boek Jona is in het dagboek Levend Woord besproken. In dit dagboek wordt dit Bijbelboek daarom niet behandeld. Waar De profeten hebben in verschillende plaatsen gewerkt. Er zijn profeten die in Israël, het Tienstammenrijk, gewerkt hebben. Er zijn profeten die in Juda, het Tweestammenrijk, gewerkt hebben. En er zijn profeten die buiten het land Israël gewerkt hebben. Wanneer Soms staat er in de inleidingen een jaartal. Deze jaartallen worden ge- schreven met de woorden ‘voor Christus’. Dit betekent dat dat jaartal voor de geboorte van de Heere Jezus is. Het is belangrijk om daarbij terug te tellen. Als er bijvoorbeeld staat: ‘Hij is geboren in het jaar 700 voor Christus en gestorven in het jaar 650 voor Christus’, betekent dit dat hij 50 jaar oud is geworden. De profeten hebben geleefd van ongeveer het jaar 880 tot 450 voor Christus. Om de tijd van de profeten beter te begrijpen, volgt hier eerst een stukje geschiedenis van het volk Israël. In de eerste Bijbelboeken staat hoe het volk Israël is ontstaan en hoe de Heere zorgt voor Zijn volk Israël. In Genesis staat dat Jakob twaalf zonen krijgt. Deze zonen worden ook wel stamvaders genoemd; uit hen zijn de twaalf stammen van Israël ontstaan. Deze zonen krijgen kinderen en zo wordt de familie steeds groter

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==