9789033130458

19 de farizeeën beschuldigen Hem. En Christus, Die het onbevlekte Lamwas, kon niet aan de afkeuring door de wereld ontkomen. Dan is het geen wonder dat Zijn volk wordt overladen met lasterpraat en afkeuring door de goddelozen. Laten we evenwel de stof van de beschuldiging eens nagaan die zij tegen Christus inbrengen, en zien hoe ongegrond die was. Zij brengen naar voren dat Christus bij zondaars binnen gaat. Ten eerste. Christus deed niets anders dan wat in overeenstemming was met Zijn opdracht. De opdracht die Hij van Zijn Vader ontvangen had, was dat Hij zou komen om de zondaren zalig te maken (1 Tim. 1:15). Ten tweede. Christus ging bij zondaars binnen, niet om Zich bij hen in hun zonden te voegen, maar om hen van hun zonden te genezen. Het beschuldigen van Christus was, zoals Augustinus het zegt, alsof een dokter beschuldigd zou worden omdat hij zich begeeft onder degenen die aan de pest lijden. Christus doet alsof Hij deze ongegronde beschuldiging niet hoort, en in de tekst geeft Hij deze afgunstige farizeeën een antwoord om hun het zwijgen op te leggen: ‘Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node,maar die ziek zijn.’Het is alsof Christuswilde zeggen: U, farizeeën, denkt dat u rechtvaardige