9789033130359

11 De omgeving van het huis was volledig afgezet. Een politievrouw had voor hem het lint opgetild en was met hem naar het huis gelopen. Elisabeth was achtergebleven bij buurvrouw Strauss. De blauwe zwaailichten wierpen een spookachtig schijnsel op het huis. Hij was de verandatrap op gelopen. De deur stond open. Binnen liepen mannen in witte pakken. Ze hadden zojuist het sporenon- derzoek afgerond, vertelde de agente. Sporen? En toen zag hij het. Overal lag bloed. Op de vloer, op de traptreden, tegen de muur en het kastje in de hal. Ze lagen op de grond. Nog onbedekt. Levenloos. Alex huiverde bij de herinnering. Sindsdien had hij het huis geme- den. Krampachtig probeerde hij dit tafereel uit zijn hoofd te ban- nen. Maar als hij antwoorden wilde vinden, zou hij daar moeten zoeken. Met tegenzin nam hij zijn besluit. * Voorzichtig, zonder lawaai te maken, trok Alex de huisdeur achter zich dicht. Elisabeth en de jongens waren nog in een diepe slaap en hij wilde ze niet wekken. De sneeuw kraakte onder zijn schoe- nen toen hij naar de auto liep. Hij had hem de vorige avond al bij de weg gezet. Alles in de auto voelde koud aan en hij zette de verwarming hoog. Op deze zaterdagmorgen lag de buurt nog in volle rust. Nergens brandde licht toen hij langs de slapende huizen naar de autoweg reed. Ook de autoweg lag er donker en verlaten bij. Gelukkig was de weg sneeuwvrij. Morgantown was de grootste stad in het noorden vanWest Virginia en lag aan de Monongahela rivier. Deze stroomde van Pennsylvania naar West Virginia en was 210 kilometer lang. Alex had er zijn hele jeugd doorgebracht. Totdat hij op zijn zeventiende vertrok naar Charlottesville om er te gaan studeren. Hij had veel mooie herinneringen aan zijn jeugd. Maar nu pro-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==