9789033130359

8 Slingerland pakte een ander papier. ‘Ik heb vanmorgen nog even de wisselkoers geraadpleegd. Uitgaande van de huidige koers, gaat het om 10.619.861 dollar.’ Alex probeerde de informatie te verwerken. Bijna elf miljoen dollar. Dat klopt niet, was zijn eerste gedachte. Ze hadden een verkeerde voor zich. Zijnmoeder kon zo’n groot bedrag niet hebben genegeerd. ‘Weet u zeker dat die rekening op naam van mijn moeder staat?’ Slingerland knikte en keek Alex aan. ‘Ja, heel zeker. Al vanaf 1978. Geen twijfel mogelijk. Wij zijn heel zorgvuldig te werk gegaan.’ Toen de koude wind hem in het gezicht sloeg op weg naar het station, wist hij niet meer dan dat er een bankrekening van zijn moeder bestond met bijna elf miljoen dollar. En hij, Alex Horn, was de enige erfgenaam. Om het in bezit te krijgen, zou hij nog een keer naar Nederland moeten. Als Slingerland alles had geregeld. Weggezakt in de roodpluchen treinstoel luisterde Alex naar de regelmatige cadans van de treinwielen. Over anderhalf uur zou de intercity het ondergrondse station van Amsterdam Airport bin- nenrijden. En als straks het vliegtuig opsteeg, was hij precies tien uur in het onbekende Nederland geweest. Hij had er niet meer van gezien dan smeltende sneeuw en haastende forensen. Naast natuurlijk de notaris die de brief gestuurd had. De intercity raasde door een verlaten winters landschap dat geleide- lijk plaatsmaakte voor meer bebouwing. Alex schonk geen aandacht aan zijn omgeving. Hij concentreerde zich op één vraag: waar kwam die elf miljoen dollar vandaan? Iemand had dat kapitaal tweeënder- tig jaar geleden gestort. En zijn moeder had ervan geweten, al die jaren. Waarom had ze nooit iets gezegd? Ze had het maar gewoon laten staan. En als hij die brief niet gevonden had, zou hij nog steeds niet van het bestaan ervan hebben geweten. *