9789033130359

13 Verschrikt keek Alex om. Twee agenten kwamen aangerend met getrokken pistolen. Hij keek om zich heen. Tegen wie hadden ze het? De tuin lag er verlaten bij. Ook bij de buren zag hij niets. ‘Ga liggen.’ Inmiddels waren de agenten tot onder de veranda genaderd. Twee zwarte pistoollopen wezen in zijn richting. Dit was een vergissing. Snel stak hij de handen omhoog. ‘Maar ... ik ben de eigenaar van dit huis. Mijn ouders woonden hier.’ ‘Liggen!’ beval een van de mannen. Snel liet Alex zich voorover op de veranda zakken. ‘Ik ben de eige- naar van dit huis.’ Niemand reageerde. Een politieman boog zich over hem heen. ‘Handen op je hoofd.’ Alex vouwde zijn handen om zijn hoofd. Terwijl zijn collega zijn pistool op Alex gericht hield, onderzocht de ander Alex op wapens. ‘Ik ben niet gewapend.’ Toen de agent klaar was, keek hij naar zijn collega. ‘Oké, Ike.’ ‘Wat doet u hier?’ vroeg Ike, terwijl hij het pistool in de holster stak. Alex ging rechtop zitten en voelde zich boos worden. ‘Kom op, zeg! Dit is mijn eigen huis. Dat zei ik al. Sinds wanneer is het verboden om je eigen huis binnen te gaan?’ De agent liet zich niet intimideren. ‘Laat je ID-kaart zien.’ Geïrriteerd haalde Alex de kaart uit zijn jaszak. De agent bekeek de kaart zorgvuldig. ‘Oké. U bent Alex Horn. Sorry. Ga maar weer staan.’ Alex stond op en trok zijn kleren recht. ‘Mag ik vragen wat er aan de hand is?’ ‘We kregen melding dat er een raam is ingeslagen en dat er waar- schijnlijk is ingebroken.’ ‘Ingebroken?’ Alex besefte dat het onbewoonde huis een gemak- kelijk doelwit vormde voor inbrekers. ‘We zullen even kijken,’ zei Ike. Ze liepen de trap af en onderzochten de buitenkant van het huis. Al snel vonden ze het gat. Het raampje van de kelder ontbrak.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==