9789033130335

20 van zijn volgelingen de marteldood gestorven. Dát zal men in het oog moeten houden bij het lezen van dit boek.Dan zal men ook verstaanwelk een hoge en uitnemende troost het bevatte voor zijn hoorders en lezers. Dag aan dag stond men, ook in Duitsland, onder een zware bedreiging. Al was er ruimte om het Evangelie te preken en te belijden, de zaken konden alle dagen een keer nemen. Als paus en keizer de handen vrij zouden krijgen, zouden zij zeker toeslaan. Men leze dit boek daarom als een troostboek voor Christus’ vervolgde gemeente, of, zoals Luther zelf het meermalen zegt, voor Zijn klein kuddeke. Maar ook hiermee zijn wij toch nog niet bij het diepste motief dat Luther bewogen heeft om zoveel te zeggen over smaad, verachting, vervolging, kruisdragen en lijden.Daartoemoetenwij wijzen opwat men genoemd heeft zijn ‘theologie van het kruis’ (theologia crucis) . Kruisdra- gen behoorde volgens Luther wezenlijk tot het christen-zijn. In een van zijn latere geschriften heeft hij het kruisdragen; zelfs gemaakt tot een ‘kenmerk van de kerk’ (nota ecclesiae) . Christus is gehaat, vervolgd en gedood. Zouden de christenen, die Zijn volgelingen zijn, daaraan dan kunnen ontkomen? Het kruisdragen noemt Luther ergens in dit boek het livrei van de christen, het is zijn koninklijk kleed, waaraan hij herkenbaar is. Niet dat dit lijden en kruisdragen zouden moeten worden gezócht. Van een gezócht lijden is Luther, terecht, afkerig geweest. Ook van het zelfgekozen en eigenwillige lijden en kruisdragen van kloosterlingen, die zich zware ascetische oefeningen oplegden, moest hij niets hebben. Er is een ánder lijden. Een lijden dat er zelfs is wanneer wij als christenen overigens in voorspoed leven. Er zijn de aanvechtingen! De duivel staat de christenen gedurig naar het leven. Onophoudelijk is hij in de weer om hen van hun ware schat te beroven. Steeds is er strijd en lijden.Maar ook, steeds is er troost en bemoediging. Luther haakte soms naar het einde, naar de dood. Dat is diezelfde Luther die zo opgewekt en vrolijk kon zijn. Die, zoals hij zelf heeft gezegd, zich graag temidden van jonge mensen bevond, om met hen te schertsen; dezelfde Luther die graag zong en muziek maakte; dezelfde Luther die op ons een heel wat vrolijker indruk maakt dan de wel zeer ernstige Cal- vijn. Maar Luthers haken naar het einde kwam niet voort uit een zekere

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==