9789033130335

18 niet het wezen? De Arianen zijn overigens niet de enigen op wie Luther bij tijden zijn gramschap koelt. Er waren ook nog wel anderen die het Evangelie ver- duisterden of het zelfs wegnamen. De paus noemden wij al. Luther zou hemwel, zoals hij zegt, op de handen hebbenwillen dragen, mits hij maar het Evangelie verkondigde. Het zal Luther niet ontgaan zijn dat in dat geval de paus niet langer paus bleef. Van de bisschoppen zegt Luther soms hetzelfde; hij dong niet naar hun ambt en eer.Het ging omhet Evangelie! Herhaaldelijk spreekt Luther over ‘sektariërs’, een zekere verzamelnaam. Luther kijkt daarbij naar rechts en naar links. Al die monniksorden, even zovele sekten ! De een richt zich naar Franciscus, de ander naar Domini- cus, en een derde naar iemand anders. Maar Luther kent ook Dopers en Dwepers. Toen hij het Hogepriesterlijk gebed uitlegde, was de boere- noorlog nog niet zo heel lang voorbij. De as van hele delen vanDuitsland was nog maar sinds kort gedoofd. Luther verwijt hen dat zij voor een deel leefden van gestolen goed. Niet zij hadden het Evangelie ontdekt,maar hij . Zij hadden hemhoren preken, of zijn boeken gelezen. Zij waren ermee aan de haal gegaan. Was niet Karlstadt – om slechts deze ene naam te noemen – eertijds zijn vriend en collega? En waar was hij nu? Ver uit het gezichtsveld. Op hol geslagen. Met alle Geestdrijvers had Luther een zwaar geschilpunt. Zij verwierpen al wat zij slechts uiterlijk noemden: het uiterlijke Woord, de uiterlijke prediking, de uiterlijke sacramenten, de uiterlijke gebedsgebaren. Wat blijft dan nog over? Eigen inbeeldingen en ideeën, soms onder de naam van gezichten en visioenen. Luther vecht in dit boek voor het Woord , in letteren geschreven, in woorden verkondigd, heel gewoon, door de lippen van een dienaar. Wie mag wijzer zijn dan God, die het Zelf zo gaf en instelde? Maar had werkelijk het uiterlijkeWoord, met de lippen gepreekt, zoveel kracht, zeiden de Geestdrijvers, dan zouden allen die het hoorden, ook moeten gelóven. Nu héb ik je, zegt Luther, niet allen , maar dus toch wel sommigen . Volgens uw eigen redenering. Ook u kunt niet ontkennen dat het uiterlijkeWoord, het gepredikteWoord, tochwel zóveel kracht heeft dat althans sommigen daardoor geloven. Nee, ook wij zeggen niet, zo

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==