9789033130335

16 Al waren er toen geen wederdopers, geen geestdrijvers en geen andere sektariërs, hun leer en leven waren er wel. Zo glijdt Luthers uitleg van de tekst menigmaal als vanzelf en abrupt over in de polemiek, de bestrijding, en in aanvallen op de wereld. Luther stond in een strijdsituatie, en dat is merkbaar. Maar het was zijn vaste overtuiging dat allen die ware discipelen van Christus zijn altijd in een strijdsituatie staan. De inhoud van Christus’ gebed heeft hemniet weinig in deze overtuiging gesterkt. Trouwens, Christus Zelf stond er ook in. Juist Hij! Hoe zouden de Zijnen het dan ooit kunnen ontlopen? En toch is dit niet het zwaarstwegende in Luthers uitleg van Christus’ gebed. Verre lag het hem zichzelf en andere christenen de ‘martelaar’ te doen spelen, eigen wonden te doen lekken. De troost van het Evangelie overheerst alles.Luther trachtte zichzelf en anderenopde been te houden. Christus’ hogepriesterlijk gebed getuigt van een grote genade, nu al, en van een grote overwinning straks. En Luther aarzelt niet om die troost rechtstreeks over te brengen op zijn hoorders. Hoe hij dan die hoorders zag? Hij wist dat er ook in Wittenberg onver- schilligen rondliepen, die weleens een kerkdienst bijwoonden. Soeverein negeerde hij hen. Voor hen preek ik niet, zei hij. Zij zijn de harden. Luther verschoot niet al zijn kruit op de onbekeerlijken van hart. Anderen waren het dus die hij in zijn preken voor ogen had. Geen grote christenen, die niet. Geen heiligen, ook die niet. Geen gearriveerde christenen die er al zijn en het al hébben, ook die juist niet. Maar de zwakken, de kleinen, de aangevochtenen. Zulken die echt óphoren als zij vernemen dat God een God van genade is, dat onze zonden ons niet uit de hemel houden evenmin als onze deugden en onze heiligheid er ons kunnen in brengen. Zulken die pas waarlijk léven als zij de Naam van Christus horen. Zulken die zich aan het Woord hechten, zoals een kind aan de borsten van zijn moeder. Zulken die zich erin oefenen om hun ogen te sluiten voor alles wat in en buiten hen is, om alleen Hém te zien in Wie alle gerechtigheid en heiligheid is. Zij waren Luthers hoorders. Voor hen preekte hij. Voor hen heeft hij – zo indringend en tegelijk zo troostvol – Johannes 17 uitgelegd. Is het wonder dat zij hem achteraf gevraagd hebben: Geef die preken ons ook nog eens op papier!?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==