9789033130328

20 naar de kelder van het huis gegaan, waarna wij drie dagen en drie nachten in een kleine kelder onder het huis in grote angst hebben doorgebracht. Omdat ook de buren waren gekomen, heb ik daar samen met nog negen mensen gezeten. Terwijl de kogels door de aangrenzende huizen vlogen, bleef het huis wonderlijk gespaard. Maandag leek het erop dat de straatgevechten minder werden. Toen ik even mijn hoofd buiten de deur stak om te kijken of het al wat rustiger op straat werd, floot er een kogel rakelings langs de deur. De Heere wilde me nog bewaren. De angst en benauwdheid die ik in die kelder doorleefde, ging niet in de eerste plaats over de gevaren ommij heen, maar vooral over mijn zielen- nood: ik voelde te moeten sterven en niet te kunnen sterven. Mijn hele zondige leven veroordeelde mij tot in het diepst van mijn bestaan, mijn geweten klaagde mij aan en het angstzweet brak mij uit. Ik beloofde de Heere mijn leven te zullen beteren, als Hij mij wilde sparen. Jongelui, misschien hebben jullie, als je in angst of nood verkeerde, ook weleens zulke beloften gedaan. Wees eens eerlijk, wat is ervan terecht- gekomen? Tot mijn schande moet ik belijden dat mijn beloften in die kelder zijn achtergebleven. De Heere spaarde mijn leven, maar ik ging weer door met mijn ijdele leven van voor de oorlog. Nederland geeft zich over Na enkele dagen van hevig verzet, van moed en trouw, maar ook van laag verraad door sommigen gepleegd, volgde het bombardement van Rotterdam. Vreselijk was de uitwerking. Binnen enkele uren werd het gehele hart van Rotterdam platgebombardeerd en uitgebrand, en als er geen capitulatie zou volgen, was Utrecht hetzelfde lot beschoren. Generaal Winkelman stond voor een moeilijke beslissing, omdat onze vorstin en regering reeds uitgeweken waren naar Londen in Engeland. Nee, dat was geen lafhartige vlucht,maar gezien de overmacht een nood- zakelijke daad. Uit een brief die prinses Juliana in 1940 in opdracht van haarmoeder koninginWilhelmina schreef, blijkt duidelijk opwelkewijze onze vorstinmeeleefde met haar volk. Ik heb een afschrift van deze brief, die afkomstig is uit het archief van een adellijke familie, in mijn bezit.