9789033130304
13 Inleiding Bij de vorige plechtige bediening van het sacrament, net als deze, heb ik iets gezegd over de belangrijke pleitrede en het gebed van het geloof aanGods belofte, met de woorden van David in 2 Samuël 7 vers 25: ‘Doe gelijk als Gij gesproken hebt.’ Nu mogen wij de tekst die ik voorgelezen heb, beschouwen als het genadige antwoord van God op het gebed des geloofs, met de woorden van de grote God Zelf aan Jakob: ‘Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben hetgeen Ik tot u gesproken heb’, of: ‘totdat Ik heb gedaan zoals Ik heb gezegd.’ Wat God ooit tot Jozua sprak in hoofdstuk 1 vers 5: ‘Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten’, wordt in Hebreeën 13 vers 5 toegepast als gesproken tot alle gelovigen: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet ver- laten.’ Net zo geldt dat wat God hier tot Jakob heeft gezegd voor allen die in Christus geloven: ‘Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben hetgeen Ik tot u gesproken heb.’ Heeft God in Zijn nederbuigende goedheid bij deze of bij een eerdere gelegenheid tot u gesproken en u doen hopen op Zijn woord van Zijn genade, of Zijn belofte? Hier is goed nieuws voor u
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==