9789033130304

14 ommee te nemen, dat de belovende God te bestemder tijd een volbrengende God zal zijn, opdat het wachten u niet lang zal vallen, en dat u niet zult verflauwen en bezwijken in uw geest, als u aanvoelt wat een tijd van vermoeienis er kan liggen tussen de belofte en de vervulling. Hier is een ondersteunende bemoediging voor de tussentijd: ‘Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben hetgeen Ik tot u gesproken heb.’ Wat Ik gezegd heb, zal Ik doen, en Ik zal u niet verlaten, totdat Ik dit heb gedaan. Inhet voorafgaande gedeelte vandit hoofdstuk zienwe dat Jakob gedwongen werd om het huis van zijn vader te ontvluchten vanwege de toorn van zijn broer Ezau. Hij is met haast op weg gegaan naar Paddan-Aram. Op zijnweg komt hij inLuz, dat later, vanwege een opmer- kelijke verschijning, Bethel werd genoemd, waar God op buitengewone wijze verscheen en Zichzelf in grote heerlijkheid aan hemopenbaarde, gepast voor de grote benauwdheid. Hier werd hij door de nacht overvallen (vs. 11), enwerd hij genoodzaakt om in het open veld te gaan liggen. Sommigen van Gods heiligen en dienaren hebben door het geweld en de razernij van hun broe- ders, die hen vervolgden, grote ontberingen moeten doormaken.Al was het bed van Jakob echter hard, toch was zijn rust zoet.Terwijl hij een harde steen als kussen onder zijn hoofd had, verscheen de Heere hem in een droom en sprak Hij op vertroostende wijze tot hem. Gods tijd om tot Zijn kinderen van troost te spreken, is juist dánwanneer zij helemaal verstoken zijn van alle