9789033130236

25 Woord vooraf bij het eerste stuk O nder al de plichten die de wet aan ons voorschrijft, en onder al de gena- deweldaden die het Evangelie aan ons belooft, is er geen van meer belang dan het ware en dierbare geloof. Dat is de meest belangrijke plicht en de wortel van alle genade. Het is immers het geloof waardoor wij met Christus verenigd worden, en waardoor wij Hem met al Zijn weldaden aannemen – weldaden die voor de ziel tot zaligheid zijn. Door het geloof omhelzen we de vergeving van de zonden, die ons door het Evangelie wordt verkondigd. Door het geloof worden wij wedergeboren. Door het geloof wordt het hart gereinigd, de wereld overwonnen en de vorst van de hel bestreden. ‘Het geloof is een instrument, dat onsmet Christus in de gemeenschap van al Zijn goederen houdt’, zo klinkt het nadrukkelijk in de taal van onze geloofsbelijdenis. 1 Met één woord: aan het geloof is de zaligheid gehecht. Het is: Die geloofd zal hebben, zal zalig worden. Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven. 2 Dat zijn de onfeilbare uitspraken van de Bijbel. Niets is dan ook van zo’n groot belang voor de praktijk van de godzaligheid, dan dat men de juiste opvatting heeft over de aard en het wezen van dit geloof; en ook over de ware grond ervan, over de hindernissen waardoor het wordt belemmerd, over de hulpmiddelen waardoor het wordt bevorderd, en over de manier waarop het wordt geoefend. Verkeerde gedachten over al deze zaken zijn er de oorzaak van dat er veel dwaling 3 en verwarring is als het gaat over de werkzaamheden van het geloof. Het kort bestek van een voorrede laat niet toe dat ik dit uitvoerig aantoon. Onze eigen ervaring én wat wij daarvan bij anderen bespeuren, kunnen het ons ook voldoende leren.Wat is het daaromnodig dat we ons elke keer opnieuwde waar- 1. Vgl. het slot van artikel 22 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. 2. Vgl. Markus 16:16 en Johannes 3:36. 3. verbysteringen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==