Wandelen met God - Henoch

16 waarin je gaat. Met de een ga je een heel andere richting uit dan met de ander. Een mooi voorbeeld vind ik in het opschrift boven de poort van de Sjoel, de oude synagoge in mijn geboorteplaats Elburg. Dat opschrift is de Hebreeuwse tekst uit Psalm 55:15: ‘Wij wandelen in gezelschap naar het huis van God.’ Joodse ouders wisten: Als ons kind op de sabbat in dat gezelschap op pad gaat, dan gaat hij de goede kant op. Met dat gezelschap gaat hij naar Gods huis. Meerdere Henochs Zo is het ook als iemand gaat wandelen in het gezelschap van Henoch, tenminste als dat de goede Henoch is, de Henoch van wie bekend is dat hij wandelde met God. Misschien is het je nooit eerder opgevallen, maar we komen de naam ‘Henoch’ een paar keer tegen in de Bijbel. Er is een zoon van Abraham en zijn bijvrouw Ketura, die Henoch genoemd werd. Er is ook een zoon van Ruben, de oudste zoon van Jakob, die zo heette. Van die jongens weten we verder niets. Maar de naam Henoch duikt ook al op in de oergeschiedenis van de mensheid van vóór de zondvloed. Die Henoch was de oudste zoon van Kaïn, de moordenaar van Abel en dus de oudste kleinzoon van Adam die ons bekend is (Genesis 4:17). Hij is in die lijn de derde van Adam; Adam de eerste; Kaïn de tweede en Henoch de derde. Terwijl ‘onze’ Henoch in de lijn van Seth en Enos de zevende van Adam wordt genoemd (Judas:14). Het is op zichzelf al verrassend te ontdekken dat in die

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==