Veilig achter het bloed

13 Ten tweede. De efod en de mantel van de efod (vs. 6-8; 31, 32) En zullen de efod maken van goud, hemelsblauw en purper, scharlaken en fijn getweernd linnen, van het allerkunstelijkste werk. Hij zal twee samenvoegende schouderbanden hebben aan zijn beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden. En de kunstelijke riem zijns efods die op hem is, zal zijn gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, hemelsblauw en purper en scharlaken en fijn getweernd linnen. Gij zult ook de mantel des efods geheel van hemelsblauw maken. En deszelfs hoofdgat zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd worde. Let met het oog hierop op drie dingen. De efod was van het fijnste materiaal gemaakt (vs. 6), van goud en hemelsblauw, van purper en scharlaken en van fijn getweernd linnen. Dit waren de kostbaarste materialen, met de diepste en schoonste tinten, het fijnste, zuiverste linnen. De efod werd met de grootste kundigheid vervaardigd (vs. 3). Het schijnt dat God werkelijk aan de handwerkslieden die de efod hebben gemaakt de Geest der wijsheid heeft geschonken. Er wordt gezegd dat de efod werd gemaakt ‘van het allerkunstelijkste werk’. De gordel die

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==