Veilig achter het bloed

21 zichtbaar op Zijn heilige voorhoofd, in Zijn zachte ogen, die leken op die van een duif. Zijn hele leven was heiligheid voor de Heere. ‘Zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren.’ Zelfs in de moederschoot was Hij ‘dat Heilige’. In Zijn leven heeft Hij geen zonde gedaan, en er werd geen bedrog in Zijn mond gevonden. In Zijn sterven heeft Hij Zichzelf door de eeuwige Geest Gode onstraffelijk opgeofferd. Hij was als het ware het wezen van de heiligheid. Terecht mocht deze spreuk op Zijn voorhoofd staan: de heiligheid des Heeren. Kom aan de weet wat een volkomen Zaligmaker wij hebben. Als Hij maar één zonde of onvolkomenheid gehad zou hebben, zou het voor Hemnodig zijn geweest omvoor Zijn eigen zonde te sterven.Maar Hij heeft geen zonde gekend en daaromwerdHij zonde voor ons gemaakt. O, verblijd u in deze heilige Zaligmaker! Leer om te zijn zoals Hij is. ‘Ik ben de Wijnstok en gij zijt de ranken.’ Indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel. Wat wijst dit duidelijk op een nieuw aspect in de liefde en de tederheid van Christus voor Zijn eigen verlosten! Let erop hoe kostbaar Zijn volk voor Hem is. Er is verscheidenheid in de stenen; ze zijn allemaal verschillend,maar toch alle kostbaar. Zo is er ook een grote verscheidenheid in het volk vanChristus. Toch zijn allen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==