Moeders in Israel

16 Jan en Maaike vormen een prachtig stel. Beiden zijn zeer getapt bij de wereld. De mensen uit de omgeving weten dat ze kunnen schaatsen als de beste. Bewonderende blikken volgen het stel, als ze zwieren en draaien op het ijs. Rusteloos Dit wereldse leven duurt zo door, tot de Heere ingrijpt in het leven van Maaike. Ze is dan 29 jaar. Van Wilhelmus à Brakel is de uitdrukking bekend dat de Heere de meesten van Zijn volk bekeert vóór hun dertigste. Dat gebeurt ook met Maaike. Ze wordt rusteloos omdat ze krijgt te zien dat het eens sterven wordt en zij dan God moet ontmoeten. Die gedachte laat haar niet meer los. Het feesten is voorgoed verleden tijd. Haar man denkt dat ze overspannen raakt omdat ze zo dik- wijls moet huilen. Ten einde raad gaat hij naar een dominee en vraagt om raad. De predikant belooft hem met Maaike te gaan praten. Als hij binnenstapt, hoort hij Maaike zeggen: ‘Ik moet sterven!’ ‘Wie heeft je dat gezegd?’ is zijn vraag. ‘Dominee, ik krijg dag en nacht in mijn ziel: ‘Ten dage als ge daarvan eet, zult gij den dood sterven!’”De dominee weet ook geen raad en vertrekt. Daarna gaat Maaike naar haar moeder omwat tot rust te komen. Haar moeder denkt ook aan overspannenheid. Toen Maaikes moeder trouwde, heeft ze het geloof aan de kant gezet, en nu weet ook zij met Maaike geen raad ... Tot ze Maaike mee- neemt naar haar zus Dirkje, een bekeerde vrouw. Die begrijpt Maaike heel goed. Zodra ze heeft verteld wat haar bezighoudt, zegt tante Dirkje: ‘Welkom in de strijd!’ Dirkje laat haar nicht niet met lege handen vertrekken,maar geeft haar de levensbeschrijving van Barendje vanAsperenmee. Dat boekje blijft niet dicht,Maaike leest het met jaloersheid. Ze ziet dat ze bekeerdmoet worden en dat er een veranderingmoet

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==