Hij is opgestaan

23 wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht’ (Jes. 53:1-3). Zo is het altijd geweest, en is het nog. Zijn dienstknechten behoeven niet te zeer te klagen dat hun onderwijs niet begrepen wordt en dat er zo weinig plaats en belangstelling voor is, als Hij Zelf niet begrepen werd door Zijn eigen discipelen. Alleen Gods eigen Geest kan het hart voor Christus ontsluiten. Slechts als Hij het opent, zoals Lydia’s hart, om acht te geven op het Woord des Heeren, komt er plaats voor Christus. Die Geest ontdekt aan zonde, aan gerechtigheid en oordeel, en openbaart Christus in de nacht van ellende en verlorenheid, als een Deur der hope. Van dat onderwijs blijft Gods kerk afhankelijk. Want zelfs als wij met de discipelen iets van Christus’ heerlijkheid hebben gezien, dan blijven wij vaak nog blind voor Zijn Borgwerk. Altijd blijft ons vlees ons in de weg staan. Dat vlees moet eraan, maar dat willen wij niet, evenmin als de discipelen. Zij bleven zich vastklemmen aan de gedachte van het aardse koninkrijk, en daarom hadden ze geen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==