Hij is opgestaan

20 dit alles van tevoren. Het lijden voor het Sanhedrin en op Gabbatha, de spot, de slagen en de hoon. Hij zal gegeseld worden, met doornen gekroond, Zijn gelaat zal verdorven worden, overdropen met bloed en met speeksel. En Hij zal worden gedood. Hij weet dat het kruis Hem wacht, het lijden des doods, de toorn van God, de Godsverlating, de angst der hel. Gods baren en golven zullen over Hem heen gaan. Reeds hoort Hij ze aanstormen. En Hij weet het: ‘Gij zult eerlang Mij in den dood het hoofd doen bukken.’ Hij zal Zijn leven moeten afleggen voor de Zijnen. Dat eisen Gods recht en waarheid. Met minder kan niet betaald worden voor de schuld van Zijn volk. Dat weet Hij, en daarom zal Hij het ook alles aanvaarden. Het moet worden volbracht! Maar in de nacht van de dood ziet Christus de paaszon al gloren. ‘En ten derden dage zal Hij weder opstaan.’ Het kruis zal niet het einde zijn. In Zijn ziel leeft het woord dat ook vervuld zal worden: ‘Daarom is Mijn hart verblijd en Mijn eer verheugt zich; ook zal Mijn vlees zeker wonen. Want Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving zie. Gij zult Mij het pad des levens bekendmaken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.’ Dat is het blij vooruitzicht datHemstreelt.Daarom

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==