Hij is opgestaan

17 geworden. ‘Gij zijt het, die met Mij geweest zijt in Mijn verdrukkingen’, sprak Hij. Wel zijn ze altijd trage leerlingen geweest, en ook nu. Toch volgen ze Hem, want Hij blijft de Getrouwe. Hij laat ze niet los.Zij hebbenHemniet uitverkoren,maarHij hen. Daarom zal Hij Zijn werk aan hen volenden. En Hij gaat voort met Zijn Goddelijk onderwijs om hen dieper in te leiden in het geheim van Zijn lijden. Hij neemt ze apart, zoals Hij altijd doet als Hij Zich bijzonder aan de Zijnen wil openbaren. ‘Zie’, zo spreekt Hij, ‘wij gaan op naar Jeruzalem.’ ‘Zie’, het is een woord van grote nadruk. Nu gaat het gebeuren. ‘Wij gaan op’. ‘Wij’. Hij gaat voor en zij volgen. O, wel zal Hij Zijn strijd alleen moeten strijden, de pers alleen moeten treden. En zíj vallen erbuiten. Geheel alleen zal Hij Zijn werk volbrengen. En toch: ‘Wij gaan op.’ Zij zullen Hem volgen, er enigszins in delen. Zo is het toch nog? Jezus heeft alleen het werk volbracht als Sions Hogepriester. Er was niemand van de volken met Hem. En toch leert Zijn Kerk Hem volgen in al Zijn voetsporen. ‘Ik zet mijn treden in Uw spoor.’ ‘Zo wij anders met Hem lijden.’ Dezen zijn het die hun leven niet liefhebben tot het einde. Dezen zijn het die het Lam volgen, waar Het ook heen gaat. Volgen in Zijn lijdensgangen, in het dragen van hun kruis,