Hij is opgestaan

16 had Hij deze gang gemaakt, reeds als Kind van twaalf jaar. Ook nu gaat Hij op in gehoorzaamheid aan Zijn Vader en uit liefde tot Zijn volk. Altijd was Jeruzalem met haar tempel en altaren Hem dierbaar, maar nooit zoals nu, nu Hij Zijn werk gaat volbrengen. ‘Mijn ziel is begerig en bezwijkt ook van verlangen naar de voorhoven van het huis des Heeren.’ Zo leeft het ook nu in Zijn hart, nu Zijn ure gekomen is en Hij Zijn offer, het offer van Zijn leven, gaat brengen enZijn volk gaat verlossen door Zijn eigen bloed. Het is een zeer aangrijpend ogenblik. Markus beschrijft het ons hoe Zijn discipelen met verbaasdheid bevangen waren, en Hem volgende waren zij bevreesd. Zij verstaan niet wat er gaat gebeuren. Maar de ontroering in het hart van de Heiland deelt zich ook mee aan deze jongeren. Er gaat een wondere kracht van Hem uit, die hen bevreesd maakt. De Heere is zo wonderlijk. Nog nooit hebben zij Hem zo aanschouwd. Zo ernstig en ontroerd, en toch zo rustig en liefdevol en vastbesloten. Wat gaat er gebeuren? Ze weten het niet! Ze zijn verbaasd, en toch volgen ze Hem. In onze tekst staat: ‘En Hij nam de twaalven bij Zich.’ Ze zijn Zijn vrienden, Zijn discipelen, Zijn uitverkorenen. Drie jaar lang hebben ze Hem gevolgd en Hij is hun onuitsprekelijk dierbaar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==