In het net van het Evangelie

8 8. Werkzaam in het dienen van God . . . . . . . . . . . . 112 Filippenzen 3:14: ‘Eén ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.’ 9. Gods nederbuigendheid jegens de mens . . . . . . . . . 125 Psalm 144:3: ‘O Heere, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?’ 10. Het wezen van de wedergeboorte . . . . . . . . . . . . . 140 Lukas 15:23 en 24: ‘En brengt het gemeste kalf en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn; Want deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden; en hij was verloren en is gevonden.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==