Totdat we thuis zijn

8 Josephine: een van de vele beginnende schrijvers, alweer iemand die was aan komen waaien om zich te vestigen tussen de zwaarbeladen planken van de Amerikaanse boekhandel van Sylvia Beach. ‘De chauffeur kent de visser van de andere kant van het Kanaal. Arnaud zal je ongetwijfeld in Calais opzoeken, en zo niet, dan bij de kust.’ ‘Maar wat als dat niet zo is? Wat als ze hem hebben opgepakt?’ zei Claire smekend, hoewel ze zichzelf erom verafschuwde. Maar de mogelijkheid grijnsde haar aan. Arnaud – haar heroïsche Arnaud – nam zulke grote risico’s te midden van de Duitsgezinde mensen. Hij had zoveel Joodse gezinnen onder hun neus weg gesmokkeld – van Duitsland naar Zwitserland en naar Frankrijk. Nu de oorlog was uitgebroken en de Duitse troepen voor de deur stonden, wa- ren ze niet langer veilig in Frankrijk. Arnaud beschouwde zichzelf – beschouwde hen – als de enige hoop voor Joodse kinderen, en daarom hield Claire van hem. Verkenning, smokkel, verzet – woor- den die zo spannend klonken in romans, maar in het echte leven onuitvoerbaar en gevaarlijk waren. Josephine stapte dichterbij. Haar magere vingers grepen Claires gezicht beet. ‘Claire, Arnaud is daar te slim voor. Je hebt zijn be- richt gelezen. De Duitsers zullen deze kinderen gaan oppakken, zoals ze nu al doen met de Joodse kinderen in hun eigen land. Breng ze nu het land uit, voordat de troepen arriveren – en dat zal zeker gebeuren. Dat is wat er nu toe doet. Al het andere komt later. Comprenez-vous?’ Claire knikte en slikte het maagzuur weg dat in haar keel omhoog kwam. Natuurlijk begreep ze dat. De nazi’s en hun tanks begaven zich richting het westen; dat had de beste inlichtingendienst be- vestigd. Ik wil er ook alles aan doen om deze kinderen in veiligheid te brengen, maar ik kan het niet alleen. Claire wierp een laatste blik op de flauw verlichte gangpaden die in gevaar werden gebracht door de scheve en torenhoge stapels romans. Ze wierp een laatste blik op de tafels en stoelen die kriskras door

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==