Het levende Brood

3 j a n u a r i U dan, die gelooft, is Hij dierbaar. 1 petrus 2:7 DeHeere is hun, die geloven, dierbaar.Komeens bij ons staan, hier bij het Kindeke in de kribbe.Wie kan daar nu enkel dierbaarheid in vinden?Wel, het geloof dat ogen heeft omHem te kennen, armen heeft om Hem te omhelzen, oren heeft om zelfs in Zijn schreien dierbaarheid te horen. Hij, Die rijk was, is arm geworden, opdat Hij armen zou rijk maken, zegt het geloof en het voegt eraan toe: rijkdom voor mij, arme berooide zondaar! Om dit te weten is het nodig verloren zondaar voor God te zijn geworden. Uitgeschud uit de windselen van onze eigengerechtig- heid. Alleen wanneer wij onze schuldrekening thuis krijgen, met de levende God van doen krijgen, kunnen wij leren hoe dierbaar Jezus is, ons ontdekt door de Heilige Geest. Kom, is Hij voor u enkel dierbaarheid? Dan moet u in uzelf niets meer aan waarde hebben, ook niet uw tranen en zuchten, uw gestalten en ontmoe- tingen. Alles kwijt, Jezus rijk. Hier is de Schat in de akker, de Parel van grote waarde.Deze Schat wordt verkregen om niet, zonder geld en zonder prijs. Daarmee kunt u alles betalen en kopen. Als wij nu maar arm en ontbloot genoeg zijn om te weten dat Hij van waarde is, als wij maar waar- deloos zijn geworden in eigen oog voor het aangezicht van de doorzoekende God, dan kan Hij alles zijn. Dierbaarheid van Jezus, dierbare Jezus,met Uben ik rijk temidden van al de armoede in en rondommij. Danmag ikmijn hoofd veilig leggen op het kussen van Zijn gerechtigheid. Vindt u dit alles nog veel te gering gesproken? Wij ook. Doe dan het uwe erbij en zeg: de helft is mij nog niet aangezegd. lezen: 1 petrus 2 : 4-10

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==