Uw goedheid kroont de jaargetijden

4 j a n u a r i Levensvraag Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest. markus 1:8 De evangelist Markus verplaatst ons naar de oevers van de Jordaan, waar we Johannes ontmoeten, de wegbereider van de Koning. Hij predikt de doop der bekering tot vergeving der zonden. Hij wijst niet alleen op de doodsstaat van de mens, maar ook op Hem, Die schuldverslagen zondaren doopt met de Heilige Geest. Zou ons hart niet brandende in ons moeten zijn om te weten Wie het is Diemet deHeilige Geest enmet vuur doopt? Hij is het Die in de stilte der eeuwigheid de belofte des Vaders aangaande de komst van de Geest had ontvangen.Nimmer had Christus de zondaar met deHeiligeGeest kunnen dopen, alsHij Zelf van de Vader deHeilige Geest niet had ontvangen. De vraag kan echter worden gesteld: wie zijn het diemet de Heilige Geest gedoopt worden? We lezen in onze tekst: ‘Hij zal u dopen met de Heilige Geest.’ Wie zijn die u? Dat zijn zij, die door GodsWoord dodelijk verwond zijn, die als een verslagene van geest op de wereld komen te staan. Dat zijn mensen die de noodzakelijkheid gaan verstaan van de Geestesdoop. Daar wordt de levensvraag geboren: ‘Wat moeten wij doen om zalig te worden?’ Het kleed van eigengerechtigheid wordt afgerukt. Er blijft maar één ding over wat hun ledigheid kan vervullen, wat hun droefheid tot blijdschap kan stemmen, wat de doop inhoud kan geven. Dat is het antwoord van Johannes: ‘Hij zal u met de Heilige Geest dopen.’ lezen: markus 1 : 1-8

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==