Graven in een goudmijn

7 Woord vooraf Graven in een goudmijn. Waar denk jíj aan als je dat leest? Misschien zie je in gedachten iemand voor je die in een onderaardse mijn in de grond graaft. Dat is geen gemak- kelijkeklus.Gravenineengoudmijnvraagtveel inspanning en heel wat doorzettingsvermogen. Maar er staat wél te- genoverdathet je letterlijkgoudkanopleveren! Enálseen goudzoekerwerkelijkeenklompgoudvindt, denkthij niet meer terugaanhet zwarewerkdatnodigwasomdat goud op te graven. Het goud dat hij heeft opgegraven, vergoedt alles. Door het kostbare goud denkt hij schatrijk te zijn! Inditboekga jeookgraven ineengoudmijn. Eengoudmijn waarinschattentevindenzijndieoneindigveelméérwaard zijn dan al het goud van deze aarde bij elkaar! Al het goud van de aarde kan je voor een tijd wat plezier geven, maar het brengt je nooit het échte geluk. Het goud van de aarde verlost jouwziel niet vandetoornvanGod, onzeSchepper, vanwege je zonden. Het geeft je ook geen vergeving van zonden en vrede met God die je hart écht vol maakt. Dát alles is nu juist wél te vinden in de goudmijn waarin we samen gaan graven in dit boek: de Bijbel!

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==