Graven in een goudmijn

14 hoogleraren theologie. In het voorjaar van het jaar 1603 liethoogleraar JacobusArminiuszijnstudenteneenaantal stellingen verdedigen over de leer van Gods verkiezing. Toenzijncollega-hoogleraarFranciscusGomarusdeinhoud van deze stellingen onder ogen kreeg, was hij daar erg ongerust over. In zijnogenwaren verschillende stellingen van Arminius in strijd met de Bijbel. Daarom liet hij in het najaar van 1603 zijn studenten óók een aantal stellingen over de leer van Gods verkiezing verdedigen. De inhoud daarvan was overduidelijk afwijkend van wat Arminius zijn studenten had laten verdedigen. Zo ontstond er binnen de kerk langzaam maar zeker een hevige discussie over de vraag wat de Bijbel nu écht zegt over: - Gods verkiezing van zondaren - het offer van de Heere Jezus Christus - de toestand van de in zonde gevallen mens - het werk van de Heilige Geest in een zondaarshart - het volharden van de gelovigen in Gods genade. Dordtse Leerregels De volgelingen van Arminius werden de ‘arminianen’ ge- noemd. Was je een volgeling vanGomarus, dan kreeg je de naam ‘gomarist’. In het jaar 1620 stelden de volgelingen van Arminius (die zelf inmiddels overleden was) een do- cument op, waarin zij beschreven hoe zij dachten over de hierboven genoemde vijf onderwerpen. Dit stuk werd ‘de Remonstrantie’ genoemd, daarom werden zij vanaf dat

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==