Op de leerschool van het gebed

15 school te sluiten en het onderwijs ongedaan te maken. Maar ook wanneer Gods kinderen niet kunnen bidden, durven, of zelfs niet willen bidden, dan klinkt het: ‘Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude.’Alleen geheiligd in Zijn voorbede kunnen de gebeden van die leerlingen verhoring vinden. Het is dan ook een goede zaak onze kinderen te leren hun gebeden te besluiten met de woorden: ‘Om Jezus’ wil’. Het verder afdalen in de schacht van zelfkennis van ons bestaan maakt het gebedsleven meer noodzakelijk en dierbaar. Daniël zou het in de zondige sfeer van Babel nooit hebben uitgehouden wan- neer hij niet driemaal daags zijn knieën had gebogen voor de open vensters naar Jeruzalem. Hij had zijn vaste gebedstijden, ons ten voorbeeld. Zouden wij alleen bidden wanneer wij er behoefte aan hebben, dan zou ons gebedsleven er droevig uitzien. Een nagelaten gebed kan ook geen verhoring vinden. Tegelijk kan de vraag opkomen: zullen de gebeden van een on- bekeerde – een vreemdeling van die leerschool – verhoordworden? Laten we niet vergeten dat de oorzaak van de verhoring van het gebed niet ligt in het bekeerd zijn. Het is niet om het gebed, maar op het gebed. Dan horen wij de dichter uit Psalm 81 vers 7 zingen: Op uwnoodgeschrei deed Ik grote wonderen.We denken hier ook aan de gebeden van de Ninevieten, die verhoring vonden, zodat de inwoners werden gespaard. Geliefden, laten wij onze eigen gebeden eens toetsen aan Gods Woord. Hoe vaak bidden wij om bekering, om een nieuw hart, terwijl wij geen of weinig belang hebben bij de verhoring van dat gebed, omdat wij geen waarde zien in hetgeen wij bidden. Helaas is de inhoud van ons gebed vaak op onszelf gericht, bijzonder ook in tijden van ziekte of tegenspoed. Het is dan ook geen wonder dat de Heere tot ons zegt: ‘Gij bidt en ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt.’ Aangaande de verhoring van het gebed van die leerlingen wordt

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==