Op de leerschool van het gebed

14 Dan neemt Jakob zijn twee vrouwen en dienstmaagden en kinderen en doet ze over de beek trekken en lezen wij: ‘Doch Jakob bleef alleen over’ (Gen. 32:24). Hiervan zegt Jezus tot Zijn discipelen: ‘Wanneer gij bidt, ga in uwbinnenkamer, en uwdeur gesloten heb- bende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is, en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden’ (Matth. 6:6). Hoe menigmaal lezen we dat Jezus Zelf op de berg ging alleen , om te bidden tot Zijn hemelse Vader. De vraag rijst hier: kunnen wij eigenlijk wel bidden? Voor velen is dit nooit een vraag geweest, zowel ten tijde van Jezus’ omwande- ling op aarde, als ook nu. De gestalte van de farizeeër die voor in de tempel stond en zijn handen ophief naar de hemel is ons van nature niet vreemd.De rijke jongeling had er ook geenmoeitemee. Geliefden, vraag het eens aan die leerlingen, die door genade hun voeten mochten zetten op de leerschool van het gebed. Zij zullen van harte instemmen met het getuigenis van Paulus: ‘Want wij weten niet te bidden gelijk het behoort.’ Het gebedsonderwijs is op die leerschool een van de hoofdvakken. Daar stort die Leraar ter gerechtigheid de Geest der genade en der gebeden uit in het hart van dat in zichzelf biddeloos volk enmogen zij ervaren dat de Geest Zelf voor hen bidt met onuitsprekelijke zuchtingen. Daar leert zulk een leerling de bede van de tollenaar verstaan: ‘OGod, wees mij zondaar genadig.’ Dit gebedsonderwijs blijft deze leerling nodig tot de laatste snik. Wat een voorrecht, ja een noodzakelijkheid, wanneer in de ver- dere oefeningen op die school geleerd mag worden dat de leerling een Voorbidder heeft aan de rechterhand van de Vader, Die daar voortdurend Zijn gebeden opzendt, ten goede voor Zijn volk en tot eer van Zijn Vader. Zijn gebed vindt altoos gehoor in het bin- nenste heiligdom, omdat ze gegrond zijn op Zijn enige en eeuwige offerande. De vorst der duisternis zal altijd trachten de deur van deze leer-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==