De eenvoudige Heidelberger

20 ‘Het leven en werk van Dr. Kohlbrugge van Elberfeld’ maakte dat Kohlbrugge nooit uit de catechismus heeft gepreekt, is bepaald onjuist. 14 Fragmentarisch Kohlbrugges dagboekaantekeningen bevestigen dit beeld.Zijn notities laten zien dat hij de HC slechts fragmentarisch behandeld heeft. Uit het in kaart gebrachte overzicht van al Kohlbrugges preken gedurende de eerste zes jaar van zijn ver- blijf in Elberfeld (van vrijwel alle zondagen uit die periode is bekend waarover hij gepreekt heeft) blijkt, dat hij op 29 juni 1851 voor het eerst uit dit leerboek preekte. De stof die hij behandelde was vraag en antwoord 92 uit Zondag 34. Hij combineerde dit met Deuteronomium 33:2. Op 31 mei 1852, op Tweede Pinksterdag, besteedde hij aandacht aan Zondag 19 en 20, vraag en antwoord 51 en 53. Kohlbrugge stelt dat vraag 53, ‘Wat gelooft gij van de Heilige Geest?’, nauw samenhangt met vraag 51, ‘Welk nut brengt ons deze heerlijkheid van ons HoofdChristus?’ In de inleiding van deze preek geeft hij aan dat deze laatste vraag ‘een van demeest gewichtige vragen van onzeHeidelbergse Catechismus is’.‘Wij kunnen deze vraag nooit te dikwijls doen, en wij moeten daarop, zullen wij zalig worden, het antwoord kunnen geven, dat de Catechismus geeft.’ Vanaf die tijd koos Kohlbrugge zo af en toe deHC als stof voor zijn prediking. Zo preekte hij in 1854 op Hemelvaartsdag over het geloofsartikel ‘Opgevaren ten hemel’, waarbij hij vraag en antwoord 46 ter sprake bracht. De daaropvolgende zondag, 28 mei, onderwees hij zijn gemeente over het artikel ‘Zittend aan de rechterhand Gods’ en stond hij stil bij vraag en antwoord 50 en 51. In datzelfde jaar preekte Kohl- brugge nog een keer uit de HC, ditmaal over de vragen en antwoorden 75–81, bij wijze van een voorbereidingspreek voor het Heilig Avondmaal. 15 Geen structuur Bij het inventariseren van alle catechismuspreken van Kohlbrugge valt het op dat er feitelijk geen structuur in aan te brengen is; ook de frequentie is ieder jaar weer anders. In 1856 behandelde hij dit leerboekje vijfmaal, een jaar later achtmaal, maar in 1861 preekte Kohlbrugge slechts eenmaal uit de HC. Iets wat opvalt is, dat Kohlbrugge in 1859 gedurende vier weken achtereen een serie van acht preken over Zondag 1 hield: zes keer preekte hij over vraag en antwoord 1 en twee keer over vraag en antwoord 2. 14. Kerkblaadje , Balk 1948, nr. 23. 15. Op 16 juli behandelde Kohlbrugge vraag en antwoord 75 - 81, deze preek is opgenomen in het Amsterdamsch Zondagsblad, 1890, nr. 8, 9.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==