Helder en klaar - deel 1

21 h o o f d s t u k 1 Wat heeft dat met de Godskennis te maken? Het werkt bij het christelijk geloof precies hetzelfde. Van jongs af aan zie je Gods werk in de natuur en hoor je over God spreken. Je ingeschapen Godskennis wordt daardoor geactiveerd. Bij de een gebeurt dat sterker dan bij de ander. Heidenen hebben de Bijbel niet, maar kunnen toch uit de natuur weten dat er een God is. Dat bedoelt Paulus met ‘hetgeen van God kennelijk is’, zie Romeinen 1:19. Er is nog een tekst die heel duidelijk laat zien dat mensen zonder de Bijbel weten dat er een God is. Het gaat om Romeinen 2:14 en 15: ‘Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen die der wet zijn, deze de wet niet hebbende, zijn zichzelf een wet; als die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun consciëntie medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende of ook ontschuldigende.’ De heidenen weten dus dat ze volgens de wet moeten leven. Dat zegt hun geweten. En waar een wet is, daar is ook een wetgever. Die Wetgever is geen mens, maar God Zelf. Is deze kennis te vergroten? Hoe vergroot je kennis in het gewone leven? Door je te verdiepen in een bepaalde zaak. Zo gaat dat ook met de Godskennis uit de natuur. Je ingeschapen kennis zal je innerlijk meer overtuigen naarmate je meer ziet van de zichtbare werkelijkheid om je heen. Dit kun je de inwendige Godskennis noemen. Lees Job 12:7-9, Psalm 19:2-4 en Handelingen 14:16 en 17 maar. Welke argumenten zijn er om te bewijzen dat ik werkelijk kennis van God kan opdoen uit de natuur? Allereerst zijn er de teksten die hierboven genoemd zijn. Maar ook de ervaring leert het. Waar je ook komt in de wereld, nergens zul je een volk vinden dat het bestaan van een god zal ontkennen. Hoe barbaars sommige volken ook zijn, ze hebben allemaal een besef van een hogere macht. Een derde argument is de hang naar religie. Mensen willen altijd iemand vereren. Dat bewijst dat er een Godsbesef is. Ook is het mogelijk om een wilde heiden aan de hand van plaatjes en tekens ontzag voor God bij te brengen. Dat zou toch niet lukken als hij niet ergens vanbinnen al Godskennis had? En ten slotte: mensen komen via zichtbare dingen tot het besef dat er een onzichtbare God is. Zonder ingeschapen Godskennis zou dat niet gaan. Als er geen hogere Wetgever is van Wie de heidenen een besef hebben, dan zouden ze ook geen zonde doen. Tegenargument: Als dit werkelijk zo is, waarom kom ik dan mensen tegen die geen greintje Godskennis hebben? En staat er niet in de Bijbel: ‘De dwaas zegt

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==