Helder en klaar - deel 1

17 w i l h e l m u s à b r a k e l e n z i j n w e r k Wilhelmus à Brakel en zijn werk O P 2 januari 1635 wordt in het gezin À Brakel in Leeuwarden een jongetje geboren: Wilhelmus. Er is in die tijd nogal wat aan de hand. Nederland is in oorlog met Spanje. Pas in 1648 wordt de vrede van Münster gesloten. Maar dat betekent nog niet het einde van de politieke spanningen, want amper vijf jaar later vindt de Eerste Engels-Nederlandse oorlog plaats, ruim tien jaar later de Tweede en in 1672 de Derde. Ook in de kerk van Europa is van alles aan de hand. Duizenden hugenoten zoeken een goed heenkomen door vervolgingen. Daarnaast is er een filosofische en theologische strijd gaande tussen Voetius en Descartes en tussen Voetius en Coccejus. Namen waar je vast wel eens van gehoord hebt tijdens de lessen kerkgeschiedenis. In deze tijd leeft Wilhelmus à Brakel dus. Bij zijn ouders thuis is veel rouw. Zijn vijf zussen overlijden op jonge leeftijd. Wilhelmus is de enige van de kinderen die nog leeft als zijn vader Theodorus sterft. De jonge Wilhelmus vreest de Heere. Tijdens de herdenkingspreek na zijn dood zegt de bekende dominee Abraham Hellenbroek over hem: ‘À Brakel heeft altijd gezegd dat hij zich niet kon herinneren wanneer zijn bekering heeft plaatsgevonden. Zover zijn geheugen reikte, was hij onder een tere indruk van God en vol liefde tot de Heere geweest.’ Op negentienjarige leeftijd begint Wilhelmus aan zijn studie theologie in Franeker. Vier jaar later wordt hij beroepbaar gesteld. Omdat er veel kandidaten zijn, duurt het even voor hij een beroep krijgt. Die tijd gebruikt hij om een extra studie te volgen in Utrecht. In 1662 komt er een beroep uit het Friese Exmorra. Twee jaar later trouwt Wilhelmus met een drie jaar oudere weduwe, Sara Nevius. Ze blijkt een zeer vrome vrouw te zijn. Samen met haar krijgt hij vier dochters en een zoon. Ook dit gezin wordt het verdriet niet bespaard: alleen de oudste dochter beleeft de sterfdag van haar vader. De andere kinderen zijn dan al overleden. Via verschillende kerkelijke gemeenten komt À Brakel in 1683 in Rotterdam terecht. Hij volgt daar Franciscus Ridderus op. Onder zijn acht collega-predikanten zijn onder meer Jacobus