Bouwen en bewaren

15 Ja, zegt iemand, maar er was toch inmiddels al wel een en ander gebeurd? Inderdaad, de eerste groep – die terugkeerde onder lei- ding vanHaggaï en Zacharia – hadmet de hulp vanGod de tempel mogen opbouwen en opnieuw mogen inwijden. Toen echter na tachtig jaar de tweede groep terugkeerde onder leiding van Ezra bleek dat er in al die jaren een diep verval was ingetreden op zowel godsdienstig, maatschappelijk en zedelijk gebied. De mannen namen deel aan heidense praktijken. De teruggekeerde ballingen hadden zich heidense vrouwen, die al in het land woonden, tot vrouw gekozen. Met hen waren ze getrouwd. Ze hadden zich vermengd. Zo diep was het volk gezonken. ToenEzra na die tachtig jaar terugkeerde en dat bemerkte, heeft hij voor de ogen van het volk zijn kleren kapotgescheurd. In de naam van het volk deed hij schuldbelijdenis voor God en heeft hij de Heere gesmeekt: ‘OGod, gedenk inUwtoorn des ontfermens.Wilt U ons genade schenken en de grote schuld van het volk vergeven?’ En wonderlijk, de Heere heeft die prediking van Ezra willen gebruiken. Het volk werd in de schuld gezet, zodat het tot inkeer en wederkeer werd gebracht. Wat is dat een groot voorrecht! Ik hoop dat ook u daar,met mij, naar uitziet.Dat we verlegen zouden zijn om inkeer en wederkeer! Dat we in de schuld zouden worden gezet. Afgebroken muren Zo heeft de Heere Ezra onder Zijn zegenende handen willen gebruiken voor het geestelijke herstel van Israël.Na deze reforma- tie begeerde Ezra ook de muren en poorten van de stad Jeruzalem te herbouwen. Maar die pogingen zijn mislukt. Daarover lezen we in Ezra 4. Daar staat hoe de vijanden van Israël de koning van Perzië hadden ingelicht over de herbouwvan demuren en poorten. Zij hadden gedaan alsof de teruggekeerde Joden bezig waren een opstand voor te bereiden. De vijanden hadden tegen de koning

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==