Bouwen en bewaren

14 de Joden en liefde tot Jeruzalem.Waarom?Wel, het is het volk van God, het volk van het verbond. En Nehemia is hartelijk betrok- ken op dat volk en ook op de stad Jeruzalem. Daar bevonden zich namelijk de tempel en de altaren, die spraken van de verzoening door voldoening. Mag ik eens vragen: bent u en ben jij ook hartelijk op deze dingen betrokken? Bent u betrokken op de bediening van de verzoening, waarvoor geldt dat zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt? Heeft dat ons hart al ingenomen, omdat de Heilige Geest ons leerde zien: ik moet met God verzoend worden? Dan is er ook een hartelijk meeleven met het volk der Joden, met de beminden om der vaderen wil, het bondsvolk. Dan leeft u ook mee met allen die behoren tot de kinderen van het verbond, allen die het teken en het zegel van het genadeverbond in de Heilige Doop aan hun voorhoofd hebben gekregen. Anders gezegd: dan is er betrok- kenheid op de gemeente, op elkaar. Die betrokkenheid heeft dan vooral betrekking op de vraag: is er geestelijke welvaart? Worden er kinderen geboren in Sion, kinderen van God? Nehemia is betrokken op die dingen. Hij vraagt ernaar. En op zijn vraag krijgt hij antwoord. De boodschap die Nehemia ontvangt We lezen in het derde vers: ‘En zij zeiden tot mij: De overgebleve- nen, die van de gevangenis aldaar in het landschap zijn overgeble- ven, zijn in grote ellende en in versmaadheid; en Jeruzalems muur is verscheurd en haar poorten zijn met vuur verbrand’ (Neh. 1:3). Zo staat het ervoor met het volk en met de stad, Nehemia. Dat is de ontstellende boodschap die de mannen brengen. Het volk is in ellende en in versmaadheid en intussen liggen de muren van de stad en de poorten in die muren er nog altijd verwoest bij. En de vijand? Die lacht en spot met dat volk van de Joden.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==