De enige Toevlucht

13 1. De enige schuilplaats Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Psalm 91:1 P SALM 91 is een psalm zonder opschrift.We weten dus niet wie de dichter is geweest. Is het Mozes geweest? Of David, de man naar Gods hart, de lieflijke in Psalmen? We kunnen er geen ant- woord op geven.Wel weten we dat de dichter een man des geloofs was. Een man die God tot zijn deel had. Hij spreekt in onze tekst over een schuilplaats. Dat is een bekend beeld onder oud-Israël. De herders schuilden er met hun vee, wanneer ze achtervolgd werden door rovende nomaden of wanneer er een hevig onweer woedde. Hier wordt gesproken over de schuilplaats des Allerhoogsten.Adam in het paradijs, in de staat der rechtheid, had die niet nodig, want er was geen gevaar. Alles ademde vrede. Daar verkeerde de wolf met het lam, daar lag de luipaard bij de geitenbok neder. Maar door de zonde werd alles anders. Op de bodem aller vragen ligt der wereld zondeschuld.Door de zonde is de dood en het verderf in de wereld gekomen. Daarom dreigt het gevaar nu van alle kanten. Hebt u de gevaren wel eens gezien die u bedreigen? Dat u onder- worpen bent aan de drievoudige dood, aan allerhande ellendigheid,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==