Opdat ik Hem kenne

13 de moeder van de vroomheid is. Ik ben er echter wel zeker van dat onwetendheid omtrent Christus de belangrijke reden is waarom u weigert zich met God te laten verzoenen. Ten slotte. Ik wil u zeggen: Zou u willen dat alle Personen van de gezegende Drie-eenheid Zich zouden verheugen? Zou u willen dat de Vader, de Eerste Persoon van de gezegende Drie-eenheid, Zich zou verheugen? Zou u willen dat de Zoon, de Tweede Per- soon van de gezegende Drie-eenheid, Zich zou verheugen? Zou u willen dat de Heilige Geest, de Derde Persoon van de gezegende Drie-eenheid, Zich zou verheugen? Zou u alle engelen in de hemel willen doen juichen en zingen van vreugde? Zou u willen dat al deze gezegende duizenden die rondom de troon zijn zich zouden verheugen? Gehoorzaam dan dit gebod: Laat u met God verzoenen. Weet u dat er in de hemel meer vreugde is over de bekering van één zondaar dan over negen en negentig die niet zijn afgedwaald? Ik kan – en dat terzijde – zeggen: O mensen aan deze plaats, weet u of dit misschien niet de laatste boodschap en opdracht van de hemel is die tot u gebracht zal worden om u met God te laten verzoenen? Wat weet u ervan of Christus misschien voordat het nacht wordt, het gezegende vredesverdrag dat er tus- sen Hem en zondaars is geweest, zal blokkeren? Stel het daarom niet uit om u met God te laten verzoenen en om uw hart aan Hem te geven. In het voorafgaande vers heeft de apostel Paulus heel heerlijk gesproken over de waarheid dat God in Christus de wereld met Zichzelf was verzoenende, en dat, nadat tussen de Vader en de Zoon het gezegende verdrag was opgesteld, Hij het woord der verzoening naar de aarde heeft gezonden en het aan Zijn gezanten heeft toevertrouwd. Over die zending en opdracht zegt Paulus hier dat hij die moest verkondigen. In de woorden die we gelezen hebben, moeten we dan ook twee dingen overwegen. Het eerste is dat we de indrukwekkende en Goddelijke aansporing hebben die aan de Korinthiërs werd gegeven. Het is dat ze zich

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==