Opdat ik Hem kenne

11 1. Christus’ vredesonderhandelingen met zondaars Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus’ wege: Laat u met God verzoenen. 2 Korinthe 5:20 Nu zijn wij dan afgezanten van Christus, alsof God u door ons smeekte; wij bidden u in de plaats van Christus, laat u met God verzoenen. (naar de Engelse vertaling, King James Version, 1611) W ij hebben uitnemend en heerlijk nieuws uit een ver land om dit vandaag aan u bekend te maken. Wij hebben een uitnemende tijding van het hof des hemels om u die vandaag te doen weten. Het is in het kort dit: de hemel wil met de aarde verzoend worden, de Personen van de gezegende Drie-eenheid wensen met u verzoend te worden. Dit moeten wij als gezanten van Christus aan u verkondigen: het is opdat u zich met God zult laten verzoenen. Het huwelijksverdrag is ons ter hand gesteld. Het is door Christus ondertekend en aan ons overhandigd. Hij heeft het vandaag hierheen gezonden opdat u uw handtekening eronder zult zetten. Wat zegt u hiervan? Wilt u uw handtekening onder dit gezegende huwelijksverdrag zetten of niet? Wat zullen wij vandaag over u aan Christus berichten? Zal dit het verslag zijn dat ik vandaag bij Christus zal uitbrengen: ik ben tot het Uwe gekomen, maar de Uwen wilden U niet aannemen? Of zal dit het verslag zijn dat ik vandaag bij Christus zal uitbrengen: dit volk wil niet dat U over hen zult heersen? Of zal dit het verslag zijn dat vandaag bij Christus uitgebracht zal worden: dit volk zal een gewillig volk zijn op de dag Uwer heirkracht? Ik zal niet veel

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==