Opdat ik Hem kenne

14 met God moesten laten verzoenen; dat ze de wapens van hun opstand zouden neerleggen; dat ze lijfsbehoud zouden zoeken bij God en zich aan Hem zouden onderwerpen. Het tweede in de woorden wordt gevormd door de overwegingen waarmee de apostel deze heerlijke en uitnemende vermaning met klem naar voren brengt. De eerste overweging is gelegen in het woordje ‘nu’. Het verwijst naar het voorgaande. In het kort is het dit, dat aan Gods kant alle dingen gereed zijn, omdat het verdrag met Zijn hand is geschreven en ondertekend. Er ontbreekt geen ‘nu’ meer of het moest zijn dat het nog ontbreekt aan onze instemming met de overeenkomst. Dit is de reden waarom wij ons met God moeten laten verzoenen. Aan Zijn kant zijn alle dingen gereed. Bent u bereid? Bent u bereid om toe te stemmen en te ondertekenen? De tweede overweging waarmee de apostel deze vermaning kracht bijzet, is ook in het woordje ‘nu’ gelegen. Het is, zegt hij, dat voor u de tijd dat dit gezegende verdrag voortduurt, slechts is voor een ‘nu’. Het is een korte tijd. Omdat die tijd zo kort is, moet u met alle middelen proberen de dag te benutten zolang u die dag hebt. Wij weten niet hoe spoedig de lange schaduwen van de eeuwige avond zich tot ons zullen uitstrekken, wanneer er geen verlangen of vermaning als deze gehoord zal worden: O, laat u met God verzoenen. De derde overweging is, dat Christus buitengewoon nederbuigend en vol liefde is in de manier waarop Hij dit uitnemende werk voorstelt en volvoert: onze verzoening met God. Er zijn in de woorden twee stappen van Christus’ nederbuigendheid. Hij zendt ten eerste gezanten in Zijn Naam, om in Zijn Naammet de wens en de vraag tot u te gaan, als van Zijnentwege, opdat u zich met God zult laten verzoenen en uw hart aan Hem zult geven. De tweede stap van Christus’ nederbuigendheid in de woorden is dat Hij u bidt en smeekt dat u zich met Hem zult laten verzoenen. Er bestaat geen verkondiging van het eeuwig Evangelie ánders

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==