Leer ons onze dagen tellen

13 gediend en van het nodige voedsel voorzienmocht worden.Haar man was dadelijk met het voorstel van zijn goede echtgenote bewilligd, en de voorgenomen zaak werd naar de begeerte van deze godzalige vrouw ten uitvoer gebracht, zodat de profeet, telkens als hij door Sunem trok, gebruik mocht maken van een vrije kamer, voorzien van een bed, een stoel, een tafel en een kandelaar. Nu had deze vrome vrouw geen kinderen. En het schijnt uit de geschiedenis duidelijk genoeg te kunnen worden opgemaakt dat zij, evenals Rachel, Hanna en meer andere vrouwen van de oude dag, zeer graag een zoon zou gehad hebben, hoewel de hoop daarop voor het uitwendige bijna scheen verdwenen te zijn. Maar Eliza beloofde haar dat zij evenwel op zijn gebed, en als een genadige beloning voor het goede aan hem als de knecht van de Heere bewezen, op de gezette tijd een zoon hebben zou. Waaruit wij dan ook in het voorbijgaan kunnen zien dat God het nooit onbeloond zal laten, al geven wij slechts (als het maar uit een goed hart geschiedt) een beker koud water aan een van Zijn dienaren (Matth. 10:42). Nu, op de bestemde tijd kreeg dan ook deze vrouw naar haar begeerte een zoon, die gelukkig groeide en groot werd totdat hij reeds in het veld tot zijn vader en de maaiers kon uitgaan. Maar toen hij daar in het veld was, werd hij onverwachts door een dodelijke ziekte aangetast, en moest nog dezelfde dag door de dood van zijn ouders en van deze wereld worden weggerukt. Toen nu dit kind overleden was, vertrok deze godzalige en diepbedroefde vrouw met alle spoed naar de profeet Eliza, die zich toen ophield op de berg Karmel. Zij was zeker diep bedroefd over haar smartelijk verlies, maar ook in dat vertrouwen dat God machtig was om haar zoon, op het gebed van Eliza, weer in het leven terug te roepen. Zij had haar zoon van de Heere ontvangen en nu was Hij ook machtig om hem haar weer te geven. Daarom ging zij tot de profeet met dat

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==