Leer ons onze dagen tellen

15 zulk een ellendig hart bezit. Ikmoet weten dat mijn hart arglistig is en dodelijk, meer dan enig ding, en dat het in staat is om zijn eigen bezitter te bedriegen (Jer. 17:9). Ik moet weten dat ik in zonde en ongerechtigheid ontvangen en geboren ben (Ps. 51:7). Ik moet weten dat ik evenzo goed in staat ben om door mijn eigen krachteloosheidmijzelf te redden enmijn ziel te genezen, als ommet mijn hand de zon van de hemel af te rukken. Ik moet weten dat ik met geheel de wereld verdoemelijk ben voor God (Rom. 3:19). Indien ik dit niet kom te weten, dan ben en blijf ik trots en hooggevoelend, en dan heb ik nooit recht behoefte aan een grote en dierbare Zaligmaker. Ten tweede. Als het met mij en u wél zal zijn voor nu en voor eeuwig, dan zullen wij uit deze rampzalige toestand een gezicht moeten krijgen op een volle, algenoegzame Heere Jezus, Die Zich als een bereidwillige Borg enVerlosser aan de arme zondaar aanbiedt in het vrijgunstig Evangelie. Trouwens, ‘die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn’ (Matth. 9:12). En dus moeten wij onze ziekte gevoelen en het bij onszelf niet meer kunnen stellen, tot Hem de toevlucht leren nemen als tot die Persoon, in Wie alle zaligheid is. Wij moeten tevreden zijn dat de Heere ons op Zijn eigen wijze, en dus langs een weg van vrije ontfermende genade mocht zalig maken. Zo moeten wij zijn, lopende naar Jezus, ziende op Jezus en schuilende bij Jezus,met al onze zonden,met al onze deugden, met al onze twijfelingen, onmacht en donkerheid. Jezus moet ons dierbaar zijn boven alle dingen en wij moeten van Hem een gelovig gebruik zoeken temaken als Profeet, Priester enKoning. Hoe is het nu met mij en u, mijn vrienden? Wat zouden wij kunnen antwoorden als ons gevraagd werd: is het al wél met u? Hebben wij onze verloren toestand al leren kennen? Heeft het gevoel en gezicht van onze ellende ons al op de knieën tot Jezus gebracht? Is onze zaligheid alleen door Hem ons al dierbaar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==