Het ene nodige en begeerlijke goed

13 den,waar Johanna zichmet haar huwelijk aan verbond. Een ronduit zeer aanzienlijk geslacht, dat naar alle waarschijn- lijkheid uit een oud adellijk huis inHolstein afkomstigwas. InAmsterdam stonden de Ludens bekend omhun rijkdom, verkregen in de handel en in het bankwezen. Het hoofd van de familie, broer en zwager Johannes, en zijn vrouw Catharina waren een keer doopgetuigen bij Catharina, de dochter van Hendrik en Johanna. Omgekeerd waren Hen- drik en Johanna doopgetuigen bij de dochter van Johannes en Catharina: Maria Johanna (1767). Het gezin Luden-Avinck Van de echtgenoot van Johanna, Hendrik Luden, weten we maar weinig. Blijkens de ondertrouwacte woonde hij op dat moment op de Bloemgracht. Daar bezat zijn moeder een aanzienlijk pand. Bij zijn huwelijk moet hij in ieder geval f 30000,- meegebracht hebben uit de nalatenschap van zijn vader. Ongetwijfeld heeft ook hij zich op het terrein van de internationale handel en beleggingen bewogen. Blijkens een – in het Frans – opgestelde notariële akte uit 1783 onderhield hij financiële contacten met bankiers in Parijs. Samenontving het echtpaar Luden-Avinck vier kinderen. De oudste was een zoon, Hendrik. Hij overleed slechts vier dagen na de geboorte. Het tweede kind was een dochter, Suzanna Cornelia. Zij was het enige kind in het gezin dat de volwassen leeftijd bereikt heeft. Na het overlijden van haar beide ouders, in 1792, zou ze in het huwelijk treden met ds. Petrus Hugenholtz (1766-1832), toen predikant te Amerongen. Haar huwelijk heeft slechts een jaar geduurd. Kinderloos overleed ze. Ze werd begraven bij haar ouders

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==