Licht voor mijn pad

2 j anuar i Jeremia en Josia De woorden van Jeremia... tot welken het woord des H eeren geschiedde in de dagen van Josia... Jeremia 1:1, 2 J eremia leefde in de laatste jaren van het koninkrijk van Juda, het tweestammenrijk. Hij heeft geprofeteerd in de dagen van Josia, van Jojakim en in de dagen van Zedekia, ‘totdat Jeruzalem gevankelijk werd weggevoerd in de vijfde maand’. Op het eerste gezicht zijn het maar enkele namen die we gelezen hebben, maar als u er eens goed op let, zult u daarin de aangrijpende tragedie van het leven van Jeremia kunnen verstaan. De Heere riep hem ‘in de dagen van Josia’, in het dertiende jaar van diens regering. Wanneer Jeremia tot profeet geroepen wordt, is Josia eenentwintig jaar. Jeremia zelf is dan waarschijnlijk ongeveer twintig jaar, een leef- tijdgenoot van de koning. Het zijn twee jongemannen met wie de Heere iets goeds voorheeft voor Zijn kerk. De jonge Josia, die op zijn zesentwintigste levensjaar de tempel en de godsdienst zal gaan refor- meren; een godvrezende vorst die met vaste hand de afgodendienst gaat uitroeien uit het land en de zuivere dienst van God weer gaat herstellen. En Jeremia, die ruim veertig jaar in het ambt van profeet zal mogen dienen. Ruim veertig jaar... en toen werd hij gestenigd door het volk waaraan hij zolang en zo getrouw Gods Woord had mogen prediken! Hij kreeg geen geschenk voor zoveel jaren trouwe bediening, er werd geen herdenkingssamenkomst gehouden, maar ze hebben hem doodgestenigd. Het mag ons wel wat te zeggen hebben dat Jeremia de laatste profeet is die door de Heere geroepen wordt in Jeruzalem, om aan het on- dergaande volk en aan het wegzinkende land Gods Woord te doen horen. Josia is in diezelfde tijd de laatste koning die de Heere vreest. Na Josia is het afgelopen. U zou boven het boek van Jeremia mogen schrijven: Gods laatste bemoeienissen met Zijn volk... Lezen: Jeremia 1:1-3; 2 Koningen 22:1-2

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==