Licht voor mijn pad

1 j anuar i Zijn er vruchten? Laat hem ook nog dit jaar... Lukas 13:8 D e Heere Jezus spreekt in Lukas 13 een ernstig woord. Gods ongenoegen was over Zijn oude bondsvolk in Zijn oordelen openbaar geworden: Pilatus had het bloed van sommige Galileeërs met hun offeranden gemengd; achttien mensen waren plotseling omgekomen onder de instortende toren van Siloam... Alom werd in Jeruzalem van deze ontzettende dingen gesproken. Het wordt zelfs aan de Heere Jezus geboodschapt. Wat doet Hij nu? Hij gaat niet in het algemeen spreken over de zonde van land en volk, maar Hij gaat een persoonlijke toepassing maken! Hij spreekt over één vijgenboom in de wijngaard. Het gaat daarbij boven alles om de vraag: hoe is het gesteld met de vijgenboom van mijn leven? Zijn daar vruchten? En als daar geen vruchten zijn, geldt het aangrijpende woord des Heeren: ‘Meent gij dat dezen schuldenaars zijn geweest boven alle mensen, die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan...’ De Heere zoekt vrucht in ons leven. Daar heeft Hij recht op. Geen vruchten van een gedaante van godzaligheid, maar waarachtige, gees- telijke vruchten, van geloof en bekering waardig. Maar wat lezen we? ‘En vond ze niet...’ Ontzettend woord! De Heere komt rekenschap vragen van Zijn bemoeienissen. ‘Zie, ik kom nu drie jaren’, zegt de man uit de gelijkenis. Maar hoeveel jaar komt God al in ons leven, zoekende vrucht en ze niet vindende? De gelijkenis predikt echter Gods lankmoedigheid. Hoor de pleitrede van de wijngaardenier: ‘Heere, laat hem ook nog dit jaar...’ Zo predikt nieuwjaarsdag ons de lankmoedigheid Gods voor een onvruchtbaar mens. Of wij dit jaar ten einde zullen brengen, weten wij niet. Maar één ding is zeker: de Heere heeft geen lust gehad in onze dood. Nóg wordt om ons gegraven en nog wordt er mest om ons gelegd. Lezen: Lukas 13:1-9

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==