Licht voor mijn pad

6 j anuar i Geheiligd ...en eer dat gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd. Jeremia 1:5 G od heeft Zijn Kerk gekend, Hij heeft ook Jeremia gekend in de Heere Jezus Christus. Anders zou het toch nooit kunnen? In Christus heeft God de Kerk gezien, in de eeuwige raad des vredes. In Hem heeft Hij een zwarte bruid gezien, zonder vlek en zonder rimpel. ‘Eer dat Ik u in moeders buik formeerde, heb Ik u gekend...’ ‘...en eer dat gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u gehei- ligd’, zo lezen we verder. Het woord ‘heiligen’ wil in dit verband niet zeggen ‘bekeren’, want dat kan natuurlijk niet. Jeremia was nog niet bekeerd voor hij uit de baarmoeder voortkwam. Ook ziet dit woord niet op wat wij de heiligmaking noemen, de levensvernieuwing van Gods kinderen door Gods Geest. Nee, de Heere bedoelt dit: voordat je geboren werd, Jeremia, heb Ik je apartgezet. De kanttekening zegt: tot dit heilig ambt afgezonderd en verordineerd. Het is niet zo dat een mens eerst dertig of veertig jaar opgroeit en dat de Heere hem dán gaat gebruiken. Als God een mens tot Zijn knecht wil maken, dan begint Hij daarmee al vóór diens geboorte. Dan be- gint de Heere daarmee in de baarmoeder, door het heiligen van de vrucht. ‘Eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd.’ Alle gaven en talenten die God aan Jeremia geeft, geeft Hij met het oog op het heilige werk dat de profeet eenmaal te verrichten heeft. God heeft Zijn volk gekend en geheiligd in Christus. Zult u daaraan denken? Niets in de mens heeft God bewogen om genadig te zijn. Geen medelijden, geen deernis. Nee, eeuwige innerlijke ontferming en barmhartigheden zijn de bronaders waaruit de zaligheid van Sion vloeit. In een Ander, in Christus, heeft Hij Zijn Kerk uitverkoren, liefgehad, gezaligd. Lezen: Psalm 139

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==