De bekering van Saulus ten voorbeeld gesteld

16 Paulus verhaalt menigmaal met verbrokenheid van zijn ziel waar God hem vond en hem redde van de dood.Menigmaal vertelt hij waar en hoe God hem overbracht in de gezegende Heere Jezus, Die alléén zijn gerechtigheid was en zijn vrede en leven. Zo vinden wij dit ook in de brief aan de Korinthiërs, een mededeling die ons licht geeft over de zelfwaardering, of liever over de zelfverfoeiing bij zijn bekering. Paulus heeft erop gewezen dat de opstanding van Christus van de grootste waarde is voor Gods gemeente. Zonder die opstanding is ijdel uw geloof, zo schrijft hij. Ervaring van een zekere Christus-geest zonder werkelijke opstanding was toen en is nu louter bedrog. Maar Jezus leeft. Hij is wel dood geweest, maar ziet, Hij leeft tot in alle eeuwigheid en heeft de sleutels van hel en dood. Om het feit van de opstanding, waarmee het christendom staat en valt, in helder licht te stellen, deelt ons de Heilige Geest veel verschijningen van de opgestane Levensvorst mee. Zo doet ook Paulus in dit hoofdstuk. Daaruit vernemen wij, wat ons uit de Evangeliën nog niet bekend was, dat Jezus ook is verschenen aan vijfhonderd broederen op eenmaal van welke, zo voegt hij eraan toe, het merendeel nog overig is en sommigen ook zijn ontslapen. Maar het grootste wonder blijft voor hem dat de Heere ook aan hem is ver- schenen. En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. Een twintig jarenwaren voorbij gesneld sinds Jezus hemop deweg naarDamaskus staande had gehouden. Maar nee, dat feit kan hij nooit vergeten! Terwijl hij zijn brief schrijft aan de gemeente te Korinthe, ziet hij op eenmaal weer dat machtige feit van zijn bekering opdoemen voor het oog van zijn ziel. Hij beschouwt weer die hemelse glans en ziet zich weer ter aarde neerge- worpen, bekennende dat de Heere God is. Maar hij verhaalt het hiermee in verband met zijn apostelschap. En ten laatste van allen ... U beluistert in dit woord een toon van smart. Hoe hij zo lang de Heere Jezus had gehoond en had zoeken te doden door de gemeente te vervolgen met helse woede. O, wat heb ikHem lang weerstaan! Ja, tot op zekere hoogte had hij het onwetende gedaan,maar hij was toch ten volle verantwoordelijk voor zijn vijandschap tegen God en Zijn Gezalfde. O, wie van Gods kinderen kan het zich vergeven, dat hij God zo lang heeft getergd? Dat hij het Evangelie van de Zoon ongehoorzaam is geweest? O, wat hebben ze Hem smart aangedaan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==