Spiegel en spanningsbron

gevolg heeft dat de grenzen tussen evangelicalen en andere christelijke kerken en stromingen in toenemende mate zullen vervagen. 57 In 2014 promoveerde W. van Iperen op een onderzoek naar de presentie, profile- ring en receptie van het Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk in Nederland over de periode 1995 tot 2010. 58 In zijn onderzoek komt de predikant van de protestantse gemeente te Barneveld tot de conclusie dat de plannen van het EW tot vernieuwing van de kerk in de loop van deze periode minder concreet werden, terwijl de houding ten opzichte van het geheel van de kerk juist meer pole- misch werd. 59 Ook concludeert hij dat verschillende doelen van het werkverband niet gerealiseerd konden worden. 60 De weerklank van kenmerkende evangelische initiatieven zoals de Gemeente Groei Groepen, de dienst van genezing en bevrijding en de Evangelische Liedbundel bleef beperkt. Dit lijkt volgens Van Iperen de ‘con- clusie te rechtvaardigen dat men niet de breedte van de kerk bereikt, maar het deel van de kerk dat zich verwant voelt met de visie van het Evangelisch Werkverband.’ Daarnaast stelt de onderzoeker dat het EW zich gaandeweg ontwikkelde tot een van de modaliteiten in de PKN. 61 De genoemde publicaties bieden allerlei aanknopingspunten voor verder onderzoek naar de verhouding reformatorisch en evangelisch, maar tegelijkertijd zijn het niet meer dan aanknopingspunten. Er is nog geen systematisch onderzoek gedaan naar de wijze waarop in reformatorische kerken wordt aangekeken tegen de evangelische beweging en evangelische invloeden in de kerken. De gereformeerd vrijgemaakte predikant E.A. de Boer merkte al in 2000 op dat er theologisch ‘weinig gedaan wordt om de invloed van het evangelicanisme (sic) te onderzoeken.’ 62 4. Onderzoeksdoel en -vraag Het doel van dit onderzoek is inzicht te geven in de opinievorming in reformato- rische kerken over de evangelische beweging en de charismatische vernieuwing. Dit brengt tot de volgende onderzoeksvraag, die in de volgende paragrafen zal worden toegelicht: Hoe waarderen opiniemakers uit reformatorische kerken in Nederland de evangelische beweging zoals deze vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw een duidelijk profiel kreeg en hoe waarderen zij de tweede fase van de charismatische vernieuwing die vanaf de overgang naar de eenentwintigste eeuw zichtbaar werd, alsmede de invloeden van beide ontwikkelingen op reformatorische kerken? 5. Toelichting op gebruikte begrippen Voordat we de onderzoeksvraag nader uitwerken, lichten we in volgorde waarin ze worden genoemd, een aantal begrippen toe. SPIEGEL & SPANNINGSBRON 21