Paniek

beeld werd nu bijna zwart. ‘We naderen de helling,’ zei André. ‘Zet de schijnwerper aan, André,’ zei Pieter. Het beeld lichtte op en Pieter zag de continentale helling goed zichtbaar op het scherm verschijnen. Er stegen dunne slierten gas op uit bodembreuken. Methaangas . ‘Acht graden Celsius,’ zei Hans. ‘Mmm ...’ mompelde Pieter. ‘Dat is zeker zes graden te warm voor deze diepte.’ ‘De stroming is sterk hier. Nog steeds drie meter per seconde,’ zei André. Pieter reageerde niet, maar keek aandachtig naar de meetge- gevens van alle apparatuur. Hij fronste zijn wenkbrauwen toen hij een metertje zag uitslaan. ‘Het lijkt erop dat er seismische activiteit is.’ ‘Ik zie het,’ mompelde André. ‘Vreemd.’ ‘We zijn in ieder geval wel op de juiste plek,’ zei Hans. ‘Als ik de apparatuur mag geloven zit hier een laag hydraat van driehon- derd meter dik en het start al bij twee meter onder de helling. We kunnen er goed bij komen met de boor.’ ‘Kunnen jullie het afgesproken patroon van drie meter per boorgat aanhouden?’ vroeg Pieter. ‘Dat lijkt te kunnen,’ reageerde André. ‘De helling ziet er regel- matig uit en ik kan niet direct obstakels vinden.’ ‘Mooi. Starten dan maar, zou ik zeggen. Als jullie echt twintig monsters willen boren zullen jullie flink door moeten werken. De batterij houdt het nog maximaal honderddertig minuten vol.’ ‘Dat moet lukken. We starten over drie minuten. Hans con- troleert nu de opslagbussen met stikstof.’ Pieter leunde achterover in zijn stoel en zijn blik gleed van scherm naar scherm. Aandachtig keek hij toe hoe de boor keer op keer een tunnel maakte met een doorsnede van vijftien centimeter. 9

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==