Paniek

Hij keek naar de andere collega’s en zag de twijfel en angst op hun gezichten. ‘Ik sta ook niet te juichen om zo ver uit de kust in zee te springen,’ zei hij. ‘Ik weet niet wat jullie doen, maar ik ga het schip nu echt verlaten. De bellen breiden zich nog steeds uit en daar moeten we zwemmend doorheen zien te komen.’ Hij draaide zich om en liep naar de reling. Het schip was nog verder weggezakt en het water stond niet meer dan een halve meter onder de rand. Hij voelde zich misselijk en proefde gal in zijn mond. Een sprong in zee was een onherroepelijke stap. Zijn gedachten gingen naar André en de vraag die hij gesteld had. Bid maar voor ons. Pieter voelde een band om zijn hart. Met een grom bande hij alle gedachten uit zijn hoofd, haalde diep adem en sprong in zee. Ondanks dat de watertemperatuur hoger was dan gebruikelijk, hapte Pieter naar adem toen hij in het koude water terechtkwam, maar zijn angst om weg te zinken verdrong de kou direct naar de achtergrond. Hij kreunde toen hij voelde dat hij wegzonk in het water, ondanks zijn pogingen om te gaan zwemmen. Zijn lichaam kwam verticaal te staan en langzaam verdween zijn hoofd onder water. In paniek trapte hij met zijn voeten heen en weer en proes- tend kwam hij weer boven. Het draagvermogen nam weer toe en snel zwom hij weg bij het schip vandaan, bang om meegezogen te worden als het schip zou zinken. Hij voelde een stroom energie door zijn lichaam trekken nu het zwemmen lukte en zijn moed kwam weer terug. Na een meter of twintig draaide hij zich op zijn rug om naar het schip te kijken. Hij zag dat de meeste collega’s zijn voorbeeld volgden en ook overboord sprongen. Het water stond nu tot de rand van het dek en de boeg begon al naar beneden te zakken. ‘Het lukt!’ schreeuwde hij. ‘Deze kant op, dan blijven we bij elkaar tot de helikopter komt!’ Hij zag dat Arend nog op de brug stond, maar de andere col- 16

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==