Paniek

Pieter keek naar boven, naar de brug en zwaaide om aandacht te trekken. Hij zag dat Arend naar hem keek en hij wees naar de rand van de bellen. Arend kwam naar buiten en schudde machteloos met zijn armen. ‘Ik probeer al uit te wijken, Pieter, maar het schip wil niet!’ Pieter moest direct aan de onderzeeër denken en keek weer naar de zee. De strook met bellen had zich verder uitgebreid tot ongeveer tien meter bij het schip vandaan. Een doordringende stank van rotte eieren lag als een deken over het schip heen. Geschrokken greep hij zich vast aan de reling toen hij het schip naar voren voelde hellen. Hij zag dat ze al minstens een meter dieper in het water lagen en de waarheid trof hem als een scherpe dolk. We gaan zinken! Hij zag maar één optie en snel keerde hij zich om naar zijn col- lega’s. Patricia hield zich krampachtig vast aan de trapleuning van de brug. De anderen stonden zwijgend bij de reling naar de zee te kijken. Pieter zag dat ze te verschrikt waren om iets te ondernemen. Het leek wel of ze apathisch waren geworden. ‘Luister, jongens!’ schreeuwde hij. ‘Het schip gaat het niet red- den! De enige kans die ik zie, is om zwemmend buiten de methaan- pluim te komen. Het schip is te zwaar om te blijven drijven, maar onze lichamen zullen het vast wel redden!’ Hij keek naar de brug. ‘Arend,’ schreeuwde hij. ‘Heb je onze positie al doorgegeven?’ Arend stond in de deuropening en knikte. ‘Ja, dat heb ik net gedaan, samen met een SOS-bericht. Wat is je voorstel?’ ‘Zwemmen,’ antwoordde hij. ‘Dat is onze enige kans. Het schip gaat het niet lang meer redden!’ ‘Ik verlaat het schip niet!’ riep Arend. ‘Zwemmend gaan ze ons nooit vinden!’ Pieter voelde zijn frustratie toenemen. ‘Denk na, Arend! Als je op het schip blijft, zul je met het schip in de diepte verdwijnen! Zwemmend hebben we een goede kans! Er is vast al wel een heli- kopter onderweg!’ 15

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==