Het zwaard van de woestijn

15 lamp. Hij gaf een plank aan de volgende man of vrouw, die de plank doorgaf aan de volgende man of vrouw. Vaak sleepten de bewoners tot na middernacht met de materialen die zij nodig hadden voor de volgende nacht werk. Ten slotte zorgde het Joodse Agentschap voor geld en erva- ren werknemers om te helpen bij het bouwen van een betonnen gebouw van twee verdiepingen met zicht op de zee. Maar de pioniers zouden het gebouw niet lang bewonen. Toen er kinderen werden geboren, werd een van de kamers als babykamer ingericht en uiteindelijk werd het huis volledig door de kinderen gebruikt, terwijl hun ouders teruggingen naar de hutten en tenten. Naarmate de tijd verstreek, werden de levensomstandigheden beter. De mensen leefden nog steeds in houten hutten en tenten, gebruikten gemeenschappelijke douches en toiletten, maar ze aten nu in een mooi ingerichte eetzaal, waar zij ook hun lessen en bijeenkomsten hielden. Ze hadden de zaal zelf gebouwd. Omdat zelfvoorziening een belangrijk uitgangspunt van de Hashomer Hatzair was, begon de kibboets een eigen naaiatelier, wasserij, zadelmakerij, gieterij en timmerwerkplaats. Toen de tuinen een overvloed aan komkommers opbrachten, werd een primitieve augurkenfabriek gestart. Dat was het begin van de fruit- en groentenverwerkingsfabriek die nu miljoenen blikken per jaar produceert. Kibboetsbewoners vonden ook werk in de visserij. Voor jonge boeren uit Polen was dat niet vanzelfsprekend. De jonge pioniers discussieerden flink over de vraag of visserij bij de kibboets hoorde. Er waren nog minder Joodse vissers dan boeren; moesten zij niet het land bebouwen? Toen het besluit om te gaan vissen gevallen was, werd nog feller gediscussieerd over de vraag wie er de zee op mochten. ‘Stilte,’ probeerde Dina van deWerkcommissie boven de herrie uit te komen. ‘Stilte!’ Toen het rumoer wat verminderde, vervolgde

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==